De voorzitter van de Federal Communications Commission (FCC), Brendan Carr, onthulde tijdens een hoorzitting in de Senaat dat het agentschap niet echt onafhankelijk is, wat de bezorgdheid voedt dat voormalig president Trump het zou kunnen gebruiken voor censuur of vergelding tegen de media. Carr erkende dat de president een breed gezag heeft over de FCC, inclusief de mogelijkheid om hem “zonder enige reden” te ontslaan, een verklaring die de Democratische wetgevers schokte.
Druk op omroeporganisaties
Carr’s bekentenis kwam tijdens een gespannen toezichthoorzitting voor de Senaatscommissie voor Handel, Wetenschap en Transport. Democraten ondervroegen hem agressief over recente dreigementen om uitzendvergunningen in te trekken van stations die ongunstig geachte inhoud uitzenden, vooral nadat Jimmy Kimmel kritische opmerkingen had gemaakt over de aanvaller van de rechtse activist Charlie Kirk.
Na de waarschuwingen van Carr schortten grote omroepen als Sinclair en Nexstar de show van Kimmel tijdelijk op, en ABC (eigendom van Disney) trok deze kort uit de lucht. Carr heeft ook onderzoek ingesteld naar NPR en andere grote netwerken over inhouds- en advertentiebeslissingen.
De norm voor “algemeen belang”.
Carr verdedigt zijn daden door zich te beroepen op de norm van ‘algemeen belang’, met het argument dat omroeporganisaties de verantwoordelijkheid hebben om het algemeen belang te dienen. Critici beweren echter dat deze norm als wapen wordt gebruikt om kritische berichtgeving te bestraffen. Trump had er openlijk op aangedrongen dat de FCC wraak zou nemen op de berichtgeving in de media die hij als oneerlijk beschouwde.
De macht van de FCC ligt in haar controle over uitzendlicenties en haar vermogen om fusies binnen de sector goed te keuren of te blokkeren. Deze hefboomwerking geeft het bureau aanzienlijke invloed op mediaorganisaties.
De illusie van onafhankelijkheid
Senator Edward J. Markey uit Massachusetts beschuldigde Carr ervan “de standaard van algemeen belang te bewapenen” door licentieverlengingen te gebruiken als druk op mediabedrijven met hangende regelgevingskwesties. Senator Andy Kim uit New Jersey verklaarde botweg dat Carr’s echte baas het Amerikaanse volk zou moeten zijn, en niet Trump.
Opvallend is dat de eigen website van de FCC het agentschap eerder als ‘onafhankelijk’ omschreef, maar vanaf woensdagmiddag werd het woord ‘onafhankelijk’ uit de missieverklaring verwijderd.
Carr’s openhartige bekentenis legt een fundamentele zwakte in de structuur van de FCC bloot: haar gevoeligheid voor presidentiële invloed. Dit roept serieuze vragen op over de vraag of het bureau werkelijk kan optreden als een onpartijdige toezichthouder van het medialandschap.
Het gebrek aan echte onafhankelijkheid binnen de FCC onderstreept het potentieel voor politieke inmenging in de omroep en roept zorgen op over de toekomst van de vrijheid van meningsuiting in de media.























